Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: Oefening 24 25

Duits - Nederlands

Naam: Oefening 24 25

Description:

Created on: sunday 30 march 2008

Category: Hoofdstuk 6

 

Primary language: Duits

Secondary language: Nederlands

 

Downloads: 22

Tests: 4

 

AddThis Social Bookmark Button
Duits Remark (Duits) Nederlands Remark (Nederlands)
1 Was hast du für das Fahrrad bezahlt? Wat heb jij voor die fiets betaald?
2 Deine Mutter hat etwas gegen deinen Freund Jouw moeder heeft iets tegen jouw vriend
3 Ich nehme eine Bürste, einen Kamm und einen Pullover mit Ik neem een borstel, kam en een trui mee
4 Ich brauche jemanden die zur mir hält Ik heb iemand nodig die mij trouw is
5 Er hat kurze Haare und Blaue Augen Hij heeft korte haren en blauwe ogen
6 Du habt dein Taschengeld schon gehat Je hebt jouw zakgeld al gehad
7 Nächste Woche hatten wir zusammen Unterricht Vorige week hadden wij samen les
8 Sie hat keine Sinn für Humor Zij heeft geen gevoel voor humor
9 Er was immer für mich da Hij was er altijd voor mij
10 Du warst mit deiner Freundin in Urlaub Jij was met jouw vriendin op vakantie
11 Familie gezin
12 ausziehen uit huis gaan
13 unbedingt beslist
14 gründen stichten
15 heiraten trouwen
16 Erfolg succes
17 Haushalt huishouding
18 berufstätig werkzaam
19 wichtig belangrijk
20 Menschenrechte mensenrechten
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken