Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: lfp1 m1h3 alles

Frans - Nederlands

Naam: lfp1 m1h3 alles

Description:

Created on: friday 29 august 2008

Category: Le français professionnel 1 M1

 

Primary language: Frans

Secondary language: Nederlands

 

Downloads: 70

Tests: 3

 

AddThis Social Bookmark Button
Frans Remark (Frans) Nederlands Remark (Nederlands)
1 Pouvez-vous m'indiquer le chemin s.v.p.? Kunt u mij de weg wijzen a.u.b.?
2 Savez-vous où se trouve la gare? Weet u waar het station is?
3 Je cherche la route pour aller à Breda. Ik zoek de weg om naar Breda te gaan.
4 Vous suivez les panneaux. U volgt de borden.
5 Vous prenez l'autoroute vers Utrecht. U neemt de autoweg naar Utrecht.
6 Vous prenez la sortie 28. U neemt afslag 28.
7 Au croisement vous tournez à droite. Bij de kruising slaat u rechtsaf.
8 Au rond-point vous allez tout droit. Bij de rotonde gaat u rechtdoor.
9 Vous passez sur le pont. U gaat over de brug.
10 Après le pont vous tournez à gauche. Na de brug slaat u linksaf.
11 Vous traversez le village. U rijdt het dorp door.
12 C'est à votre droite. Het is aan uw rechterhand.
13 Vous passez la frontière. U gaat de grens over.
14 Au bout de deux kilomètres vous voyez une station d'essence. Na twee kilometer ziet u een tankstation.
15 Après le virage vous passez sous un viaduc. Na de bocht gaat u onder een viaduct door.
16 Où est l'ascenseur, s'il vous plaît? Pardon, waar is de lift?
17 Pourriez-vous me dire où se trouve le bureau du directeur? Kunt u mij zeggen waar de kamer van de directeur is?
18 Puis-je vous aider? Kan ik u helpen?
19 La cantine se trouve au premier étage. De kantine is op de eerste verdieping.
20 Vous passez devant les toilettes. U gaat langs de toiletten.
21 Vous montez au deuxième étage. U gaat naar de tweede verdieping.
22 Vous descendez au sous-sol. U gaat naar beneden naar de kelderverdieping.
23 L'accueil est au rez-de-chaussée. De receptie is op de begande grond.
24 Vous prenez la première porte à droite. U neemt de eerste deur rechts.
25 Vous traversez la cour. U steekt de binnenplaats over.
26 Les toilettes sont au bout du couloir à gauche. De toiletten zijn aan het eind van de gang links.
27 ensuite daarna
28 à droite rechts
29 ensuite vervolgens
30 à gauche links
31 la direction de richting
32 jusqu'à tot aan
33 après na
34 avant voor
35 suivre volgen
36 le panneau het bord
37 la ville de stad
38 traverser oversteken
39 le village het dorp
40 s'arrêter stoppen
41 un atelier een werkplaats
42 la route de weg
43 prendre nemen
44 je prends ik neem
45 tu prends jij neemt
46 il prend hij neemt
47 elle prend zij neemt
48 nous prenons wij nemen
49 vous prenez u neemt
50 ils prennent zij nemen
51 verkopen vendre
52 rendre teruggeven
53 attendre wachten op
54 correspondre corresponderen
55 descendre naar beneden gaan
56 entendre horen
57 suivre volgen
58 je suis ik volg
59 tu suis jij volgt
60 il suit hij volgt
61 elle suit zij volgt
62 nous suivons wij volgen
63 vous suivez u volgt
64 ils suivent zij volgen
65 poursuivre achtervolgen
66 le bout het einde
67 une indication een aanwijzing
68 le chat de kat
69 la souris de muis
70 se composer de bestaan uit
71 séparés par gescheiden door
72 se trouver zich bevinden
73 là-bas daarginds
74 le local de ruimte
75 les locaux de ruimtes
76 une cour een binnenplaats
77 une usine een fabriek
78 en face de tegenover
79 au bout de aan het eind van
80 le couloir de gang
81 le rez-de-chaussée de begane grond
82 l'accueil de ontvangst
83 entre tussen
84 donner sur uikomen op
85 le sous-sol de kelder
86 monter naar boven gaan
87 derrière achter
88 au milieu de in het midden van
89 sur op
90 devant voor
91 en face de tegenover
92 sous onder
93 autour de rondom
94 dans in
95 à côté de naast
96 la corbeille à papier de papierbak
97 le fauteuil de stoel
98 bas laag
99 le classeur de ordner
100 la chaise de bureau de bureaustoel
101 un escalier een trap
102 of ou
103 intelligent intelligent
104 carré vierkant
105 petit klein
106 noir zwart
107 rouge rood
108 bleu blauw
109 vert groen
110 orange oranje
111 jaune geel
112 brun bruin
113 gris grijs
114 beau mooi
115 bon goed
116 joli leuk
117 haut hoog
118 long lang
119 jeune jong
120 grand groot
121 gros dik
122 mauvais slecht
123 nouveau nieuw
124 vieux oud
125 ennuyeux vervelend
126 les chaussures de schoenen
127 content tevreden
128 prochain aanstaande
129 curieux nieuwsgierig
130 formidable geweldig
131 financier financieel
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken