Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: lfp1 m0h1 alles

Frans - Nederlands

Naam: lfp1 m0h1 alles

Description:

Created on: friday 25 april 2008

Category: Le français professionnel 1 M0

 

Primary language: Frans

Secondary language: Nederlands

 

Downloads: 77

Tests: 12

 

AddThis Social Bookmark Button
Frans Remark (Frans) Nederlands Remark (Nederlands)
1 bonjour goedendag
2 je suis ik ben
3 une assistante de direction een directiesecretaresse
4 chez bij
5 à La Haye in Den Haag
6 à in (+ plaats)
7 aux Pays-Bas in Nederland
8 le chef het hoofd
9 le chef de marketing het hoofd marketing
10 de van
11 le responsable de la publicité de verantwoordelijke voor de reclame
12 nous sommes wij zijn
13 et en
14 la réceptionniste de receptioniste
15 la dactylo de typiste
16 chez bij (+bedrijfsnaam)
17 madame mevrouw
18 la directrice de directrice
19 vous êtes? bent u?
20 monsieur meneer
21 oui ja
22 non nee
23 voici hier is
24 le directeur de directeur
25 le mur de muur
26 le numéro de téléphone het telefoonnummer
27 la maison de firma
28 la fenêtre het raam
29 la photocopieuse het fotokopieerapparaat
30 l’accueil de ontvangst
31 l’ordinateur de computer
32 l’homme de man
33 l’ouverture de opening
34 l’entrée de ingang
35 l’heure het uur
36 les directeurs de directeuren
37 les murs de muren
38 les firmes de firma’s
39 les fenêtres de ramen
40 les ordinateurs de computers
41 les hommes de mannen
42 les heures de uren
43 je m'appelle ik heet
44 ils sont zij zijn
45 la minorité de minderheid
46 je suis ik ben
47 tu es jij bent
48 il est hij is
49 elle est zij is
50 wij zijn nous sommes
51 vous êtes jullie zijn
52 ils sont zij zijn
53 le représentant de vertegenwoordiger
54 j'ai ik heb
55 la maison de firma
56 le rendez-vous de afspraak
57 avec met
58 er
59 un instant een ogenblik
60 s'il vous plaît alstublieft
61 asseyez-vous gaat u zitten
62 une invitation een uitnodiging
63 voici hier is
64 merci dank u wel
65 les parents de ouders
66 nous avons wij hebben
67 une surprise een verrassing
68 pour voor
69 un paquet een pakje
70 la fiche het formulier
71 …… à l'appareil u spreekt met ……
72 avec moi met mij
73 Il est là ? Is hij aanwezig?
74 Je vous le passe. Ik verbind u met hem door.
75 passer doorverbinden
76 au revoir tot ziens
77 de rien geen dank
78 un message een boodschap
79 je travaille ik werk
80 travailler werken
81 aujourd'hui vandaag
82 je passe ik geef door
83 j'ai ik heb
84 tu as jij hebt
85 il a hij heeft
86 elle a zij heeft
87 nous avons wij hebben
88 vous avez jullie hebben
89 ils ont zij hebben
90 le paquet het pakje
91 la fiche het formulier
92 maman mama
93 tu déjeunes jij luncht
94 avec moi met mij
95 travailler werken
96 tant pis! jammer!
97 téléphoner à opbellen naar
98 que dat
99 je dîne ik dineer
100 dîner dineren
101 ce soir vanavond
102 d’accord afgesproken
103 passer doorverbinden
104 déjeuner lunchen
105 téléphoner opbellen
106 dîner dineren
107 Puis-je vous aider? Kan ik u helpen?
108 aider helpen
109 le collègue, la collègue de collega
110 très bien heel goed
111 arriver aankomen
112 Comment allez-vous? Hoe gaat het met u?
113 Très bien, et vous? Heel goed, en met u?
114 Ça va (bien). Het gaat (goed).
115 un assistant commercial een commercieel medewerker
116 une assistante commerciale een commercieel medewerkster
117 de van
118 Je vous présente … Ik stel u voor …
119 présenter voorstellen
120 comme als
121 Enchanté(e) de faire votre connaissance. Aangenaam kennis te maken.
122 bienvenue welkom
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken