Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: hoofdstuk 5

Nederlands - Frans

Naam: hoofdstuk 5

Description:

Created on: tuesday 22 april 2008

Category: Basiswoordenschat

 

Primary language: Nederlands

Secondary language: Frans

 

Downloads: 148

Tests: 13

 

AddThis Social Bookmark Button
Nederlands Remark (Nederlands) Frans Remark (Frans)
1 de Verenigde Naties les Nations Unies
2 de bevolking la population
3 de mensen les gens
4 winnen gagner
5 verliezen perdre
6 nodig hebben avoir besoin de
7 de burgers les habitants
8 internationaal international
9 het protest la protestation
10 het proces le procès
11 discussiëren discuter
12 de hulp l'aide
13 de ontwikkeling le développement
14 de kritiek la critique
15 bekritiseren critiquer
16 onderhandelen négocier
17 de vrede la paix
18 de situatie la situation
19 serieus sérieux
20 beslissen décider
21 de oplossing la solution
22 het compromis le compromis
23 de hervorming la réforme
24 eisen exiger
25 dat gaat te ver ça fait trop loin
26 dat klopt c'est vrai
27 ik vind je trouve
28 ik vermoed dat ... je suppose que ...
29 de mening l'avis
30 de stelling la thèse
31 per ongeluk par accident
32 het spijt me dat ... je me regrette que ...
33 het is jammer dat ... c'est dommage que ...
34 het argument l'argument
35 ik ben voor je suis pour
36 ik ben tegen je suis contre
37 welke argumenten heb je daarvoor? vous avez quels arguments pour cela?
38 dat dacht ik al je le pensais déjà
39 nou en? et alors?
40 dat is nu eenmaal zo c'est comme ça
41 ik maak me zorgen dat ... je m'inquiète que ...
42 geloof je echt dat ...? tu crois vraiment que ...?
43 wat doe ik dan? qu'est-ce que je fais alors?
44 eindelijk finalement
45 ik ben teleurgesteld dat ... je suis deçu que ...
46 jammer dat ... dommage que ...
47 ik ben blij dat ... je suis heureux que ...
48 dat is leuk! c'est bien!
49 de gedachte la pensée
50 liever préférence
51 ja, maar ... oui, mais ...
52 o jawel! ah si!
53 wat een onzin! quelle absurdité!
54 zeker niet! pas du tout!
55 eigenlijk wel, maar ... au fond bien, mais ...
56 ik dacht dat ... je croyais que ...
57 dat is mooi voor u c'est bien pour vous
58 dat maakt mij niet uit cela m'est égal
59 wil je liever a of b? tu préfères a ou b?
60 vreselijk terrible
61 je vergist je tu te trompes
62 ik heb geen idee je n'ai aucune idee
63 ik heb het gevoel dat ... j'ai le sentiment que ...
64 ik hbe de indruk dat ... j'ai l'impression que ...
65 ik betwijfel of ... je me doute que ...
66 ik denk dat ... je pense que ...
67 ik herinner me dat ... je me souviens que ...
68 in werkelijkheid en réalité
69 dat hangt er vanaf! ça dépend!
70 ik zou wel eens willen weten je voudrais savoir
71 dat klopt! c'est vrai!
72 inderdaad en effet
73 geloof me! croyez-moi!
74 ja, natuurlijk oui, bien sûr
75 het zou kunnen c'est possible
76 voor zover ik weet je sais dans la mesure du possible
77 dat is niet duidelijk ce n'est pas clair
78 dat is niet waar ce n'est pas vrai
79 dat kan natuurlijk niet c'est naturellement pas possible
80 ik weet het zeker j'en suis sûr
81 ik ben ervan overtuigd dat ... j'en suis convaincu que ...
82 kennelijk is het zo dat ... apparament c'est que ...
83 je kunt ervan uitgaan dat ... tu en peux partir de ...
84 misschien peut-être
85 volgens mijn mening selon mon opinion
86 hoe bedoel je dat? comment veux-tu dire ça?
87 hoe zie jij dat? comment tu vois ça?
88 wat vindt u? qu'est-ce que vous trouvez?
89 natuurlijk! évidemment!
90 ik ben het helemaal met je eens je suis tout à fait d'accord avec toi
91 daar heb je gelijk in dans ce cas tu as raison
92 ik vraag me af of ... je me demande si ...
93 dat was een fout c'était une faute
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken