Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: kap1 blz 29 D en Klassendeutsch

Duits - Nederlands

Naam: kap1 blz 29 D en Klassendeutsch

Description:

Created on: monday 21 april 2008

Category: Neue Kontakte 3 bkgt

 

Primary language: Duits

Secondary language: Nederlands

 

Downloads: 61

Tests: 0

 

AddThis Social Bookmark Button
Duits Remark (Duits) Nederlands Remark (Nederlands)
1 arbeiten – gearbeitet werken - gewerkt
2 Er arbeitet als Kellner. Hij werkt als kelner.
3 finden – gefunden vinden - gevonden
4 Wie findest du Englisch? Hoe vind jij Engels?
5 Ich habe keine Zeit gehabt. Ik heb geen tijd gehad.
6 Wo bist du gewesen? Waar ben jij geweest?
7 Wie geht es dir? Hoe gaat het met jou?
8 Es geht mir gut. Het gaat goed met mij.
9 Wann bist du geboren? Wanneer ben jij geboren?
10 Ich bin 1993 geboren. Ik ben in 1993 geboren.
11 Nächste Woche werde ich 16. Volgende week word ik 16.
12 Was ist deine Nummer? Wat is jouw nummer?
13 das Kind (die Kinder) het kind
14 der Freund (die Freunde) de vriend
15 die Freundin (die Freundinnnen) de vriendin
16 schon lang al lang
17 in der Nähe von in de buurt van
18 die Sommerferien (= meervoud) de zomervakantie
19 heute vandaag
20 meine Eltern (synoniem) mein Vater + meine Mutter (synoniem)
21 der Opa (synoniem) der Großvater (synoniem)
22 die Oma (synoniem) die Großmutter (synoniem)
23 Die Ferien sind schön. (synoniem) Der Urlaub ist schön. (synoniem)
24 der Morgen (tegenovergestelde) der Abend (tegenovergestelde)
25 Können Sie das vielleicht nochmal erklären? Kunt u das misschien nog een keer uitleggen?
26 Was sollen wir für die nächste Stunde machen? Wat moeten we voor de volgende les doen?
27 Ich habe keine Ahnung! Ik heb geen idee!
28 Ich bin schon fertig! Ik ben al klaar!
29 Was bedeutet das? Wat betekent dat?
30 Wie sagt man das auf Deutsch? Hoe zeg je dat in het Duits?
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken