Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: Kap4 Redemittel

Duits - Nederlands

Naam: Kap4 Redemittel

Description:

Created on: monday 21 april 2008

Category: Neue Kontakte 1 bkgt

 

Primary language: Duits

Secondary language: Nederlands

 

Downloads: 60

Tests: 0

 

AddThis Social Bookmark Button
Duits Remark (Duits) Nederlands Remark (Nederlands)
1 Entschuldigung. Pardon.
2 Ja, bitte? Ja, wat is er?
3 Wie heißt du? Hoe heet jij?
4 Ich heiße Jeremias. Ik heet Jeremias.
5 Woher kommst du? Waar kom jij vandaan?
6 Ich komme aus Holland. Ikkom uit Holland.
7 Wo wohnst du? Waar woon jij?
8 Ich wohne in Nieuwegein. Ik woon in Nieuwegein.
9 Wo bist du geboren? Waar ben je geboren?
10 Ich bin in Berlin geboren. Ik ben in Berlijn geboren.
11 Was ist deine Telefonnummer? Wat is je telefoonnummer?
12 Meine Nummer ist: 6338557. Mijn nummer is: 6338557.
13 Welche Adresse hast du? Welk adres heb jij?
14 Dorfstraße 88 in München. Dorfstraße 88 in München.
15 Was ist dein Hobby? Wat is je hobby?
16 Ich habe kein Hobby. Ik heb geen hobby.
17 Wie heißt er? Hoe heet hij?
18 Er heißt Ralf. Hij heet Ralf.
19 Und wo wohnt er? En waar woont hij?
20 Er wohnt in Deutschland, in Köln. Hij woont in Duitsland, in Keulen.
21 Ist er verheiratet? Is hij getrouwd?
22 Ja, seine Frau heißt Cora. Ja, zijn vrouw heet Cora.
23 Was macht er gerne? Wat doet hij graag?
24 Er hört gerne Musik. Hij luistert graag naar muziek.
25 Hat er Brüder oder Schwestern? Heeft hij broers of zussen?
26 Er hat einen Bruder und eine Schwester. Hij heeft een broer en een zus.
27 Sind deine Eltern geschieden? Zijn jouw ouders gescheiden?
28 Ja. Ja.
29 Lebst du bei deinem Vater? Woon je bij je vader?
30 Nein, ich lebe bei meiner Mutter. Nee, ik woon bij mijn moeder.
31 Wo wohnt dein Vater? Waar woont jouw vader?
32 Mein Vater wohnt in Ochten. Mijn vader woont in Ochten.
33 Wie alt ist er? Hoe oud is hij?
34 Er ist 47. Hij is 47.
35 Wohnt deine Tante in Deutschland? Woont jouw tante in Duitsland?
36 Nein, sie wohnt in Österreich. Nee, ze woont in Oostenrijk.
37 Kommt sie aus Köln? Komt zij uit Keulen?
38 Meine Tante kommt aus Essen. Mijn tante komt uit Essen.
39 Wie alt ist sie? Hoe oud is zij?
40 Sie ist 55. Zij is 55.
41 Und woher kommt dein Onkel? En waar komt jouw oom vandaan?
42 Mein Onkel kommt aus Ankara. Mijn oom komt uit Ankara.
43 Bist du zu Hause? Ben jij thuis?
44 Nein, ich bin nicht zu Hause. Nee, ik ben niet thuis.
45 Hast du Geschwister? Heb jij broers of zussen?
46 Ja, ich habe einen Bruder end zwei Schwestern. Ja, ik heb een broer en twee zussen.
47 Wo wohnt ihr? Waar wonen jullie?
48 Wir wohnen in der Nähe von Nieuwegein. Wij wonen in de buurt van Nieuwegein.
49 Wohnt sie in der Schweiz? Woont zij in Zwitserland?
50 Ja, sie wohnt in Zürich. Ja, zij woont in Zürich.
51 Haben Sie Kinder? Heeft u kinderen?
52 Ich habe einen Sohn und eine Tochter. Ik heb een zoon en een dochter.
53 Was ist die Postleitzahl? Wat is de postcode?
54 Die Postleitzahl ist 40344. De postcode is 40344.
55 Habt ihr eine E-Mail-Adresse? Hebben jullie een emailadres?
56 Nein, noch nicht. Nee,nog niet.
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken