Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: deel 5. eten, drinken 51 t/m 100

Nederlands - Duits

Naam: deel 5. eten, drinken 51 t/m 100

Description:

Created on: monday 21 april 2008

Category: Basiswoordenschat

 

Primary language: Nederlands

Secondary language: Duits

 

Downloads: 141

Tests: 4

 

AddThis Social Bookmark Button
Nederlands Remark (Nederlands) Duits Remark (Duits)
1 vet fett
2 vers frisch
3 krokant knusprig
4 suiker Zucker
5 melk Milch
6 boter Butter
7 slagroom Sahne
8 kaas Käse
9 jam Marmelade
10 fruit Obst
11 aardbeien Erdbeeren
12 sinaasappels Orangen
13 de appel der Apfel (die Äpfel)
14 de banaan die Banane
15 perziken Pfirsiche
16 ananas Ananas
17 citroen Zitrone
18 peren Birnen
19 kersen Kirschen
20 chocolade Schokolade
21 vruchten Früchte
22 ijs Eis
23 een portie eine Portion
24 een stuk taart ein Stück Kuchen
25 een koekje ein Keks
26 een blikje eine Dose
27 een fles eine Flasche
28 een glas ein Glas
29 dranken Getränke
30 een bronwater ein Mineralwasser
31 limonade Limonade
32 een cola eine Cola
33 sap Saft
34 sinaasappelsap Orangensaft
35 Een kop thee graag! Eine Tasse Tee bitte!
36 wijn Wein
37 bier Bier
38 licht - donker hell - dunkel
39 een borrel ein Korn
40 uit eten gaan essen gehen
41 het restaurant das Restaurant
42 het café die Kneipe
43 de lunchroom das Café
44 een tafel reserveren einen Tisch reservieren
45 iets bestellen etwas bestellen
46 Het smaakt goed - slecht Es schmeckt gut - schlecht
47 ober! Herr Ober!
48 mevrouw! Fräulein!
49 Ik wil graag afrekenen. Ich möchte bitte bezahlen.
50 (als je het wisselgeld als fooi wilt geven) Stimmt so!
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken