Wordlists: Follow Up: 91-100

English - Dutch

Test or learn this wordlist now

Download this wordlist for Teach2000

Download this wordlist for Overhoor

Download this wordlist for Backpack

Download this wordlist for Wrts

Send to friend

Naam: Follow Up: 91-100

Description:

Created on: monday 21 april 2008

Category: Follow Up

Primary language: English

Secondary language: Dutch

Downloads: 118

Tests: 13

Tags:

follow up engels follow up 91100 english dutch

	English	Dutch
1	to manage	besturen; leiden
2	profit	winst
3	profitable	winstgevend
4	share	aandeel
5	to share	delen
6	stocks	effecten
7	stock exchange	effectenbeurs
8	warehouse	pakhuis
9	trade	handel
10	to expand	uitbreiden
11	expansion	uitbreiding
12	to compete	concurreren; wedijveren
13	competition	concurrentie
14	competitor	concurrent
15	competitive	concurrerend
16	boom	snelle groei
17	prosperous	welvarend
18	prosperity	welvaart
19	to prosper	bloeien
20	to yield	opleveren
21	lucrative	winstgevend
22	to flourish	bloeien
23	joint	gezamenlijk
24	to exercise	uitoefenen
25	manifestation	teken
26	wholesale	groothandel
27	retail	detailhandel
28	retailer	detaillist; kleinhandelaar
29	debt	schuld
30	to go bankrupt	failliet gaan
31	to go broke	failliet gaan
32	bankruptcy	faillissement
33	to start from scratch	met niets beginnen
34	to insure	verzekeren
35	insurance	verzekering
36	to establish/to found	oprichten/stichten
37	executive	leidinggevende
38	briefcase	aktetas
39	to transfer	overbrengen
40	to locate	vestigen
41	benefit	voordeel
42	to benefit	profiteren
43	to settle	regelen
44	plant	fabriek
45	shrewd	slim
46	attorney	gevolmachtigde
47	magnate	grootindustrieel
48	premises	gebouw; pand
49	commerce	handel
50	to boost	bevorderen; stimuleren
51	board of directors	raad van commissarissen
52	turnover	omzet
53	outlet	verkooppunt
54	to invent	uitvinden
55	invention	uitvinding
56	recession	recessie
57	trader	handelaar
58	firm	firma
59	supply and demand	vraag en aanbod
60	equivalent	equivalent
61	tax	belasting
62	barrier	belemmering; barriÜre
63	to switch	overschakelen
64	switch	overschakeling
65	auction	veiling
66	setback	tegenslag
67	to claim	opeisen
68	to claim	eisen
69	bargain	koopje
70	to bargain	onderhandelen
71	to charge	rekenen
72	receipt	kassabon
73	beneficial	gunstig
74	to thrive	bloeien
75	to cash in on	profiteren van
76	to relate to	in verband staan met
77	to owe	schuldig zijn
78	amount	bedrag
79	to amount to	bedragen
80	interest	rente
81	rate	tarief
82	wealth	rijkdom
83	to inherit	erven
84	inheritance	erfenis
85	heir	erfgenaam
86	heiress	erfgename
87	value	waarde
88	valuable	kostbaar
89	valuable	waardevol
90	valuables	kostbaarheden
91	purse	portemonnee
92	to grab	grijpen
93	generous	gul
94	generous	vrijgevig
95	cash machine	geldautomaat
96	cashpoint	geldautomaat
97	cash dispenser	geldautomaat
98	wealthy	rijk
99	affluent	welvarend
100	affluent	rijk
101	affluence	rijkdom
102	affluence	weelde
103	to impose	opleggen
104	revenue	inkomsten
105	revenues	inkomsten
106	avarice	gierigheid
107	sole	enige
108	solely	enkel en alleen
109	to derive from	voortkomen uit
110	amount	hoeveelheid
111	to lack	niet hebben
112	to lack	missen
113	lack of	gebrek aan
114	account	rekening (bank)
115	wallet	portefeuille
116	reward	beloning
117	to reward	belonen
118	proceeds	opbrengst
119	to contribute	bijdragen
120	contribution	bijdrage
121	currency	geld
122	currency	valuta
123	allowance	toelage
124	economic	economisch
125	economical	zuinig
126	to economize	bezuinigen
127	liable for	aansprakelijk voor
128	exchange rate	wisselkoers
129	to gamble	gokken
130	fee	honorarium
131	to take for granted	als vanzelfsprekend aannemen
132	legacy	erfenis
133	to be lacking	ontbreken
134	to purchase	kopen
135	to prompt	ertoe brengen
136	quest	het zoeken naar
137	due	verschuldigd
138	expenditure	uitgaven
139	liberal	vrijgevig
140	liberal	royaal
141	to soar	omhoogschieten
142	to deduct	aftrekken
143	to waste	verspillen
144	waste	verspilling
145	poverty	armoede
146	admission price	toegangsprijs
147	admission	toegangsprijs
148	to maintain	onderhouden
149	maintenance	alimentatie
150	to afford	zich veroorloven
151	to involve	met zich meebrengen
152	to transfer	overboeken
153	to transfer	overmaken
154	arrears	achterstand
155	to boil down to	toewijzen
156	to refund	terugbetalen
157	deposit	aanbetaling
158	extravagant	verkwistend
159	extravagance	verkwisting
160	want	armoede
161	funds	geld
162	to perceive	zien
163	to perceive	opmerken
164	imperceptible	onmerkbaar
165	to impoverish	arm maken
166	incidental	bijkomend
167	prodigal	verkwistend
168	to provide for	zorgen voor
169	provision	voorziening
170	with a view to	met het oog op
171	to weigh	wegen
172	weight	gewicht
173	measure	maat
174	to measure	meten
175	equal	gelijk
176	equality	gelijkheid
177	to extend	uitbreiden
178	extension	uitbreiding
179	extensive	uitgebreid
180	extent	omvang
181	to some extent	tot op zekere hoogte
182	considerable	flink
183	considerable	aanzienlijk
184	substantial	flink
185	substantial	aanzienlijk
186	dense	dicht
187	density	dichtheid
188	populated	bevolkt
189	population	bevolking
190	to diminish	verminderen
191	acre	ca. 0,4 hectare
192	inch	ca. 21/2 cm.
193	gallon	41/2 liter
194	stone	6,3 kg
195	trifle	kleinigheid
196	trivial	onbelangrijk
197	a mere	slechts
198	merely	alleen maar
199	ample	volop; ruim
200	numerous	talrijk
201	about	ongeveer
202	to add	toevoegen
203	addition	toevoeging
204	additional	extra
205	additional	aanvullend
206	decline	achteruitgang
207	modest	bescheiden
208	size	maat
209	available	verkrijgbaar
210	insufficient	onvoldoende
211	sufficient	voldoende
212	approximately	bij benadering
213	approximately	ongeveer
214	to abound	in overvloed voorkomen
215	abundance	overvloed
216	abundant	overvloedig
217	to cram	volproppen
218	gravity	zwaartekracht
219	minute	heel klein
220	proportion	deel
221	disproportionate	onevenredig
222	innumerable	ontelbaar
223	pace	tempo
224	deficiency	gebrek
225	deficiency	tekort
226	deficiënt	gebrekkig
227	deficiënt	onvoldoende
228	to decline	achteruitgaan
229	inadequate	onvoldoende
230	to decline	minder worden
231	adequate	voldoende
232	to decrease	afnemen
233	to decrease	verlagen
234	decrease	daling
235	decrease	afname
236	to increase	toenemen
237	to increase	verhogen
238	increase	toename
239	increasingly	in toenemende mate
240	range	bereik
241	degree	graad
242	birth rate	geboortecijfer
243	tiny	erg klein
244	to enlarge	vergroten
245	superfluous	overbodig
246	moderate	matig
247	fairly	tamelijk
248	fairly	nogal
249	rather	tamelijk
250	rather	nogal
251	pretty	tamelijk
252	pretty	nogal
253	to magnify	vergroten
254	excess	overvloed
255	excess	te veel
256	excessive	overmatig
257	major	groot
258	major	belangrijk
259	minor	klein
260	minor	minder belangrijk
261	partial	gedeeltelijk
262	to dwindle	minder worden
263	handsome	flink
264	rate	snelheid
265	to ration	rantsoeneren
266	invaluable	van onschatbare waarde
267	to heighten	verhogen
268	to restrict	beperken
269	to limit	beperken
270	restriction	beperking
271	limitation	beperking
272	to range between	liggen tussen
273	to vary	verschillen
274	diversity	verscheidenheid
275	to store	bewaren
276	variety	verscheidenheid
277	to store	opslaan
278	store	voorraad
279	reasonable	redelijk
280	to surpass	overtreffen
281	to underestimate	onderschatten
282	to estimate	schatten
283	estimate	schatting
284	packed	bomvol
285	to hoard	inslaan
286	to hoard	hamsteren
287	hoard	voorraad
288	limit	grens
289	immense	enorm
290	inferior	lager
291	inferior	slechter
292	inferior	minder
293	superior	hoger
294	superior	beter

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen