Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: Follow Up: 31-40

English - Dutch

Naam: Follow Up: 31-40

Description:

Created on: monday 21 april 2008

Category: Follow Up

 

Primary language: English

Secondary language: Dutch

 

Downloads: 225

Tests: 105

 

AddThis Social Bookmark Button
English Remark (English) Dutch Remark (Dutch)
1 novel roman
2 novelist romanschrijver
3 character figuur
4 preface voorwoord
5 volume deel
6 pile stapel
7 villain schurk
8 adaptation bewerking
9 to deal with behandelen
10 vivid levendig
11 review recensie
12 critic criticus
13 criticism kritiek
14 te criticize bekritiseren
15 critical kritisch
16 to revise herzien
17 scope bestek; terrein
18 to relate vertellen
19 obscure onduidelijk
20 juvenile jeugd-
21 fiction fictie, verzinsel
22 fictious verzonnen
23 fictional verzonnen
24 obstinate koppig
25 frank eerlijk
26 frank openhartig
27 inconsistent inconsequent
28 consistent consequent
29 inconsistency inconsequentheid
30 consistency consequentheid
31 vain ijdel
32 virtue deugd
33 vice ondeugd
34 disloyal ontrouw
35 loyal trouw
36 hospitable gastvrij
37 hospitality gastvrijheid
38 inclined geneigd
39 conceited verwaand
40 prudish preuts
41 courteous hoffelijk
42 courtesy hoffelijkheid
43 dignity waardigheid
44 dignified deftig
45 dignified waardig
46 to indulge toegeven aan
47 indulgent toegeeflijk
48 gentle zachtaardig
49 blemish vlek
50 blemish smet
51 candid eerlijk; openhartig
52 candour openhartigheid
53 conceit verwaandheid
54 apt geneigd
55 liable geneigd
56 trait karaktereigenschap
57 stubborn koppig
58 to punish straffen
59 punishment straf
60 te behave zich gedragen
61 behaviour gedrag
62 to justify rechtvaardigen
63 justification rechtvaardiging
64 to admit toegeven
65 to obey gehoorzamen
66 to disobey ongehoorzaam zijn
67 disobedient ongehoorzaam
68 obedient gehoorzaam
69 disobedience ongehoorzaamheid
70 obedience gehoorzaamheid
71 to harass lastigvallen
72 wicked gemeen
73 wicked slecht
74 to tend to de neiging hebben om te
75 tendency neiging
76 hostile vijandig
77 hostility vijandelijkheid
78 to tackle aanpakken
79 to bully pesten
80 fashion manier
81 civil beleefd
82 to amend verbeteren
83 to amend veranderen
84 to make amends for something iets goedmaken
85 prudent voorzichtig
86 prudent verstandig
87 corporal punishment lijfstraf(fen)
88 to flatter vleien
89 to apologise zich verontschuldigen
90 apology excuus
91 to approve of goedkeuren
92 to disapprove of afkeuren
93 approval goedkeuring
94 disapproval afkeuring
95 hooligan vandaal
96 hooliganism vandalisme
97 to apply to gelden voor
98 authority gezag
99 to provoke uitdagen
100 to provoke uitlokken
101 craze rage
102 insolent brutaal
103 impudent brutaal
104 insolence brutaliteit
105 impudence brutaliteit
106 by no means helemaal niet
107 to own toegeven
108 scum uitschot
109 harsh streng; hard
110 to refrain from zich onthouden van
111 manifest duidelijk
112 to induce ertoe brengen
113 gross grof
114 gross ruw
115 apologetic verontschuldigend
116 indifferent onverschillig
117 indifference onverschilligheid
118 mean gemeen
119 intruder indringer
120 to conform zich aanpassen
121 guideline richtlijn
122 measure maatregel
123 to deal with aanpakken
124 to deal with omgaan met
125 the reverse het omgekeerde
126 to reverse omdraaien
127 reversal omkering
128 reversal wisseling
129 to pretend doen alsof
130 sense of humour gevoel voor humor
131 naughty ondeugend
132 pretence voorwendsel
133 to intrude storen
134 to sense voelen
135 to lapse into vervallen in
136 counsel advies
137 to affect doen alsof
138 mischief kattenkwaad
139 mischievous ondeugend
140 to squander verkwisten
141 similar gelijk
142 similarity overeenkomst
143 crude ruw
144 to realize beseffen
145 consequence gevolg
146 consequently daarom
147 consequently als gevolg
148 to sneer at neerkijken op
149 to tamper with knoeien aan
150 te arque twisten
151 argument ruzie
152 to persevere volharden
153 to persevere volhouden
154 to insult beledigen
155 insult belediging
156 furious woedend
157 te tease plagenm
158 to abtain (ver)krijgen
159 polite beleefd
160 impolite onbeleefd
161 haughty hooghartig
162 to mould vormen, kneden
163 boisterous luidruchtig
164 to heed acht slaan op
165 impetuous impulsief
166 impetuous onstuimig
167 mob menigte
168 engaging aardig
169 engaging innemend
170 complacent zelfvoldaan
171 smug zelfvoldaan
172 miser gierigaard
173 miser vrek
174 mean gierig
175 unruly onhandelbaar
176 unruly lastig
177 rude onbeleefd
178 to agree het eens zijn
179 to disagree het oneens zijn
180 agreement overeenstemming
181 disagreement onenigheid
182 disagreement verschil van mening
183 on purpose met opzet
184 harm kwaad
185 to harm kwaad doen
186 harmful schadelijk
187 harmless onschadelijk
188 dishonest oneerlijk
189 honest eerlijk
190 honesty eerlijkheid
191 affair zaak
192 to warn waarschuwen
193 deliberately opzettelijk
194 deliberate opzettelijk
195 improper onfatsoenlijk
196 to decide beslissen
197 to decide besluiten
198 decision beslissing
199 decision besluit
200 row ruzie
201 to spoil verwennen
202 to question in twijfel trekken
203 breach breuk
204 malice wrok
205 malicious boosaardig
206 to scold een standje geven
207 rash overhaast
208 to forsake forsook-forsaken in de steek laten
209 to meddle in zich bemoeien met
210 to cope with aankunnen
211 appropriate geschikt
212 appropriate passend
213 to hesitate aarzelen
214 hesitation aarzeling
215 addicted verslaafd
216 addict verslaafde
217 addiction verslaving
218 addictive verslavend
219 industrious ijverig
220 diligent ijverig
221 diligence ijver
222 to grumble mopperen
223 te expel wegsturen
224 to be at stake op het spel staan
225 abusive language scheldwoorden
226 abuse scheldwoorden
227 term of abuse schelwoord
228 to reconcile verzoenen
229 for the sake of om wille van
230 silly dwaas
231 to come about komen
232 to assert laten gelden
233 to hush up in de doofpot stoppen
234 hush stilte
235 to pay homage eer betonen
236 conduct gedrag
237 to preach prediken
238 to preach verkondigen
239 to go in for doen aan
240 spectator toeschouwer
241 referee scheidsrechter
242 to disallow afkeuren
243 to call off afgelasten
244 to cancel afgelasten
245 to deserve verdienen
246 to eliminate uitschakelen
247 to defeat verslaan
248 to beat verslaan
249 defeat nederlaag
250 win overwinning
251 honourable eervol
252 to exhaust uitputten
253 to intervene tussenbeide komen
254 to support steunen
255 to moch bespotten
256 spectacle schouwspel
257 to promote bevorderen
258 impartial onpartijdig
259 partial partijdig
260 impartiality onpartijdigheid
261 partiality partijdigheid
262 artificial kunstmatig
263 to jeer at uitjouwen
264 to endeavour proberen
265 to toil zwoegen
266 senseless bewusteloos
267 let alone laat staan
268 to limp mank lopen
269 to limp hinken
270 to exchange uitwisselen
271 to exchange ruilen
272 to challenge uitdagen
273 challenge uitdaging
274 event gebeurtenis
275 event nummer
276 te lag behind achterblijven
277 te cheer juichen
278 draw gelijk spel
279 rule regel
280 rule spelregel
281 to observe zich houden aan
282 to observe in acht nemen
283 fair sportief
284 league competitie
285 substitute vervanger
286 substitute invaller
287 match partij; gelijke
288 association bond
289 advantage voordeel
290 disadvantage nadeel
291 entry deelnemer
292 entry inschrijving
293 to proclaim uitroepen
294 to benefit goed doen
295 benefit nut
296 benefit voordeel
297 to toss gooien
298 to toss opgooien
299 ardent vurig
300 trial beproeving
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken