Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: Follow Up: 21 t/m 30 (alle woorden)

English - Dutch

Naam: Follow Up: 21 t/m 30 (alle woorden)

Description:

Created on: monday 21 april 2008

Category: Follow Up

 

Primary language: English

Secondary language: Dutch

 

Downloads: 472

Tests: 138

 

AddThis Social Bookmark Button
English Remark (English) Dutch Remark (Dutch)
1 pedestrian voetganger
2 pavement trottoir
3 kerb trottoirband
4 narrow smal
5 alley steeg
6 maze doolhof
7 junction kruispunt
8 crowd menigte
9 to scatter verspreiden
10 gutter goot
11 avenue laan
12 row rij
13 to desert verlaten
14 main hoofd-, voornaamste
15 mainly voornamelijk
16 accidental(ly) per ongeluk
17 lane rijstrook
18 curve bocht
19 to appear verschijnen
20 to disappear verdwijnen
21 to spot ontdekken
22 to stroll wandelen
23 whereas terwijl
24 sewer riool
25 sewage rioolwater
26 to resound weergalmen, weerklinken
27 to educate opleiden
28 education opleiding, onderwijs
29 nursery school kleuterschool
30 primary school basisschool
31 secondary school voortgezet onderwijs
32 grammar school gymnasium
33 boarding school kostschool
34 comprehensive (school) scholen gemeenschap
35 to innovate vernieuwen
36 innovation vernieuwing
37 innovative vernieuwend
38 subject vak
39 to graduate afstuderen
40 graduate afgestudeerde
41 scholar geleerde
42 scholarship beurs
43 to enable in staat stellen
44 to bore vervelen
45 boring saai
46 kindergarten kleuterschool
47 primary eerste, voornaamste
48 to grant verlenen
49 undergraduate student
50 eminent uitstekend, vooraanstaand
51 term trimester
52 mathematics wiskunde (maths)
53 to calculate (be)rekenen
54 calculation berekening
55 certificate diploma
56 pass voldoende
57 fail onvoldoende
58 to astonish verbazen
59 astonishment verbazing
60 average gemiddeld
61 actual(ly) eigenlijk
62 unless tenzij
63 physics natuurkunde
64 physicist natuurkundige
65 diary agenda, dagboek
66 superficial oppervlakkig
67 gymnasium gymnastiekzaal, sportzaal
68 to neglect verwaarlozen
69 society de maatschappij
70 neglect verwaarlozing
71 negligible te verwaarlozen
72 negligence slordigheid
73 dull saai
74 handicraft handvaardigheid
75 arithmetic rekenen
76 to multiply vermedigvuldigen
77 to amaze verbazen
78 amazement verbazing
79 nickname bijnaam
80 to apply toepassen
81 angle hoek
82 odd oneven
83 oral mondeling
84 to compare vergelijken
85 comparable vergelijkbaar
86 comparison vergelijking
87 comparatively betrekkelijk
88 illiterate analfabeet
89 illiteracy analfabetisme
90 essay opstel
91 to praise prijzen
92 vocabulary woordenschat
93 masculine mannelijk
94 feminine vrouwelijk
95 literacy alfabetisme
96 attentive oplettend
97 smart knap
98 tuition onderwijs
99 advanced gevorderd
100 to disturb storen
101 disturbance verstoring
102 ambiguous dubbelzinnig
103 to satisfy tevreden stellen
104 (dis)statisfaction (on)tevredenheid
105 progress vorderingen
106 rapid snel
107 extract uitreksel
108 capable,able bekwaam
109 ability,capability bekwaamheid
110 to account for verklaren
111 to bother lastigvallen
112 course cursus
113 deputy plaatsvervanger
114 to apply to zich wenden tot
115 to overlook over het hoofd zien
116 tedious saai
117 to excel uitblinken
118 hence vandaar, daarom
119 altogether helemaal
120 linguistics taalwetenschap
121 linguist taalkundige
122 profound diepgaand, grondig
123 grant studietoelage
124 to oblige verplichten
125 obligation verplichting
126 to quote aanhalen, citeren
127 quotation citaat
128 paraphrase weergave in eigen woorden
129 survey overzicht
130 summary samenvatting
131 to summarize samenvatten
132 gift aanleg, talent
133 to assess beoordelen
134 assessment beoordeling
135 career loopbaan
136 careers teacher decaan
137 to crib spieken
138 stern streng
139 lenient soepel
140 to intend van plan zijn
141 intention bedoeling, plan
142 to remain blijven
143 compulsory verplicht
144 proficient vaardig
145 proficiency vaardigheid
146 to acquire verkrijgen
147 acquisition aanwinst, aankoop
148 inverted commas aanhalingstekens
149 obligatory verplicht
150 phrase woordgroep, zinsnede
151 to appear blijken
152 obvious, apparent, evident duidelijk
153 obviously, apparently, evidently blijkbaar
154 science wetenschap
155 scientist wetenschapper
156 scientific wetenschappelijk
157 to develop ontwikkelen
158 development ontwikkeling
159 to skip overslaan
160 option keuze(mogelijkheid)
161 optional keuze-
162 poet dichter
163 poem gedicht
164 poetry gedichten
165 lecture college, lezing
166 to attend bijwonen
167 attendance aanwezigheid
168 truant spijbelaar
169 truancy spijbelen
170 to play truant spijbelen
171 to address aanpakken
172 anything but allesbehalve
173 apt knap
174 aptitude aanleg
175 but behalve
176 to interrupt onderbreken
177 proverb spreekwoord
178 gossip roddel
179 to utter uiten
180 remark opmerking
181 to remark opmerken
182 to affirm bevestigen
183 affirmative bevestigend
184 apt toepasselijk
185 bilingual tweetalig
186 native language moedertaal
187 native tongue moedertaal
188 witty geestig
189 subject onderwerp
190 curious eigenaardig
191 chairman voorzitter
192 dumb stom
193 (in)audible (on)hoorbaar
194 casual terloops
195 to exclaim uitroepen
196 wit humor
197 odd, queer eigenaardig
198 to deliberate overleggen
199 coarse ruw, grof
200 to observe opmerken
201 observation opmerking
202 plain duidelijk
203 to emphasize, to stress benadrukken
204 emphasis, stress klemtoon, nadruk
205 eloquent welsprekend
206 eloquence welsprekendheid
207 fluent vloeiend
208 to chat kletsen
209 to interpret uitleggen, interpreteren
210 interpreter tolk
211 to confuse verwarren
212 confusion verwarring
213 understatement te zwakke uitdrukking
214 account verslag
215 narrator verteller
216 slang jargon
217 to narrate vertellen
218 narrative verhalend
219 to mutter mompelen
220 to address toespreken
221 address toespraak
222 mute sprakeloos, stom
223 elaborate uitvoerig
224 to elaborate uitweiden
225 stationery schrijfwaren
226 to derive from afleiden van
227 (ir)relevant (on)belangrijk
228 relevance relevantie, belang
229 to sign ondertekenen
230 signature handtekening
231 initial beginletter, initiaal
232 draft concept, klad
233 paragraph alinea
234 to refer to verwijzen naar
235 reference verwijzing
236 to omit weglaten
237 omission weglating
238 abbreviation afkorting
239 object voorwerp
240 to underline onderstrepen
241 to advertise adverteren
242 advertisement advertentie
243 ad, advert advertentie
244 (il)legible (on)leesbaar
245 to seal verzegelen
246 scrap stukje
247 instance voorbeeld
248 to compile samenstellen
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken