Vocabulum Online Vocabulary Trainer


Wordlists: FinUp 106-115

Engels - Nederlands

Naam: FinUp 106-115

Description:

Created on: thursday 17 april 2008

Category: Finish Up

 

Primary language: Engels

Secondary language: Nederlands

 

Downloads: 146

Tests: 7

 

AddThis Social Bookmark Button
Engels Remark (Engels) Nederlands Remark (Nederlands)
1 to go bankrupt failliet gaan
2 to go broke failliet gaan
3 bankruptcy faillissement
4 to start from scratch met niets beginnen
5 wholesale groothandel
6 retail detailhandel
7 retailer detaillist
8 retailer kleinhandelaar
9 debt schuld
10 to establish oprichten
11 to establish stichten
12 to found oprichten
13 to found stichten
14 executive leidinggevende
15 briefcase aktetas
16 to transfer overbrengen
17 to locate vestigen
18 benefit voordeel
19 to benefit profiteren
20 to profit profiteren
21 to settle regelen
22 settlement regeling
23 plant fabriek
24 shrewd slim
25 magnate magnaat
26 tycoon magnaat
27 premises pand
28 commerce handel
29 to boost bevorderen
30 to boost stimuleren
31 bulk grote hoeveelheid
32 prerequisite noodzakelijke voorwaarde
33 firm firma
34 supply and demand vraag en aanbod
35 board of directors raad van commissarissen
36 turnover omzet
37 outlet verkooppunt
38 to invent uitvinden
39 invention uitvinding
40 recession recessie
41 trader handelaar
42 equivalent equivalent
43 tax belasting
44 auction veiling
45 setback tegenslag
46 to claim eisen
47 bargain koopje
48 to bargain onderhandelen
49 to charge rekenen
50 receipt kassabon
51 to authorize machtigen
52 to stipulate bepalen
53 barrier belemmering
54 barrier barrière
55 to switch overschakelen
56 switch overschakeling
57 slump recessie
58 slump achteruitgang
59 to thrive bloeien
60 to cash in on profiteren van
61 to relate to in verband staan met
62 to consolidate versterken
63 commodity handelswaar
64 wealth rijkdom
65 to inherit erven
66 inheritance erfenis
67 heir erfgenaam
68 heiress erfgename
69 to owe schuldig zijn
70 amount bedrag
71 amount hoeveelheid
72 to amount to bedragen
73 interest rente
74 loan lening
75 rate tarief
76 value waarde
77 valuable kostbaar
78 valuable waardevol
79 valuables kostbaarheden
80 purse portemonnee
81 generous gul
82 generous vrijgevig
83 cash dispenser geldautomaat
84 cash machine geldautomaat
85 cashpoint geldautomaat
86 legacy erfenis
87 wealthy erfenis
88 sole enige
89 solely enkel en alleen
90 to derive from voortkomen uit
91 affluent rijk
92 affluent welvarend
93 affluence rijkdom
94 affluence weelde
95 to impose opleggen
96 revenue inkomsten
97 plight toestand
98 economic economisch
99 economical zuinig
100 to economize bezuinigen
101 cutback bezuiniging
102 cut bezuiniging
103 to lack missen
104 to lack niet hebben
105 lack of gebrek aan
106 bank account bankrekening
107 wallet portefeuille
108 reward beloning
109 to reward belonen
110 proceeds opbrengst
111 to contribute bijdragen
112 contribution bijdrage
113 liable for aansprakelijk voor
114 exchange rate wisselkoers
115 to gamble gokken
116 fee honorarium
117 to squander verkwisten
118 currency valuta
119 allowance toelage
120 gross bruto
121 to take for granted als vanzelfsprekend aannemen
122 due verschuldigd
123 liberal royaal
124 liberal vrijgevig
125 to soar omhoogschieten
126 to be lacking ontbreken
127 to purchase kopen
128 to prompt ertoe brengen
129 quest het zoeken naar
130 to remit overmaken
131 to transfer overmaken
132 arrears achterstand
133 to refund terugbetalen
134 deposit aanbetaling
135 to deduct aftrekken
136 to waste verspillen
137 poverty armoede
138 admission toegangsprijs
139 admission price toegangsprijs
140 to maintain onderhouden
141 maintenance alimentatie
142 to afford zich veroorloven
143 to involve met zich meebrengen
144 to boil down to neerkomen op
145 quotation prijsopgave
146 to provide for zorgen voor
147 provision voorziening
148 provision maatregel
149 with a view to met het oog op
150 extravagant verkwistend
151 extravagance verkwisting
152 want armoede
153 funds geld
154 to perceive opmerken
155 to perceive zien
156 imperceptible onmerkbaar
157 to impoverish arm maken
158 incidental bijkomend
159 prodigal verkwistend
160 to play down bagatelliseren
161 to extend uitbreiden
162 extension uitbreiding
163 extensive uitgebreid
164 extent omvang
165 to some extent tot op zekere hoogte
166 measure maat
167 hectare hectare
168 to weigh wegen
169 weight gewicht
170 scales weegschaal
171 to measure meten
172 considerable aanzienlijk
173 dense dicht
174 density dichtheid
175 populated bevolkt
176 population bevolking
177 numerous talrijk
178 substantial aanzienlijk
179 trifle kleinigheid
180 trivial onbelangrijk
181 acre ca. 0,4 hectare
182 inch ca. 2,5 cm
183 gallon ca. 4,5 liter
184 stone ca. 6 kg
185 a mere slechts
186 merely alleen maar
187 ample volop
188 ample ruim
189 size maat
190 available verkrijgbaar
191 deficit tekort (financieel)
192 to add toevoegen
193 addition toevoeging
194 additional aanvullend
195 additional extra
196 about ongeveer
197 to decline achteruitgaan
198 modest bescheiden
199 insufficient onvoldoende
200 sufficient voldoende
201 gravity zwaartekracht
202 inadequate onvoldoende
203 adequate voldoende
204 approximately ongeveer
205 deficiency gebrek
206 deficient onvoldoende
207 deficient gebrekkig
208 to abound in overvloed voorkomen
209 abundance overvloed
210 abundant overvloedig
211 to cram volproppen
212 innumerable ontelbaar
213 decay verval
214 proportion deel
215 disproportionate onevenredig
216 to decline minder worden
217 to decline achteruitgaan
218 to increase toenemen
219 to increase verhogen
220 increase toename
221 increasingly in toenemende mate
222 increasingly steeds meer
223 to decrease afnemen
224 to decrease verlagen
225 decrease afname
226 decrease daling
227 range bereik
228 degree graad
229 birth rate geboortecijfer
230 to enlarge vergroten
231 to magnify vergroten
232 tiny erg klein
233 major groot
234 major belangrijk
235 minor klein
236 minor minder belangrijk
237 partial gedeeltelijk
238 to dwindle minder worden
239 to diminish minder worden
240 excess te veel
241 excess overvloed
242 excessive overmatig
243 in excess of boven
244 handsome mooi
245 rate snelheid
246 ration rantsoen
247 to ration rantsoeneren
248 self-sufficient zelfstandig
249 degree hoogte
250 degree mate
251 minute heel klein
252 invaluable van onschatbare waarde
253 to limit beperken
254 to restrict beperken
255 limitation beperking
256 restriction beperking
257 to heighten verhogen
258 limit grens
259 to vary verschillen
260 variety verscheidenheid
261 diversity verscheidenheid
262 to store opslaan
263 to store bewaren
264 store voorraad
265 to estimate schatten
266 estimate schatting
267 to overestimate overschatten
268 to underestimate onderschatten
269 inferiority minderwaardigheid
270 superiority overmacht
271 superiority superioriteit
272 packed bomvol
273 to range between liggen tussen
274 to overrate overschatten
275 to underrate onderschatten
276 to hoard hamsteren
277 to hoard inslaan
278 hoard voorraad
279 immense enorm
280 inferior lager
281 inferior minder
282 inferior slechter
283 superior hoger
284 superior beter
285 range sortering
286 mediocre middelmatig
287 surplus overschot
288 latitude breedte
289 longitude lengte
290 to cover bestrijken
291 superfluous overbodig
292 moderate matig
293 to escalate escaleren
294 rather tamelijk
295 rather nogal
296 pretty tamelijk
297 pretty nogal
298 fairly tamelijk
299 fairly nogal
300 lofty hoog
301 populous dichtbevolkt
302 to enumerate opsommen
303 miscellaneous gemengd
304 remnant restant
305 remnant overblijfsel
306 prolific productief
307 prolific vruchtbaar
308 to accumulate zich ophopen
309 multitude groot aantal
310 multitude menigte
311 surge plotselinge stijging
312 unreasonable onredelijk
313 reasonable redelijk
314 to surpass overtreffen
315 pace tempo
Vocabulum Online Vocabulary Trainer help

Help for this page:

Lijsten kopieëren en overnemen

Copyright © 2006 - 2015 Vereyon  |  Twitter  |  Hoogste spaarrente  |  Rente vergelijken